Zo zorgen RIBW’s samen voor meer e-health op de werkvloer
Veel zorginstanties zijn bezig met e-health. Toch is het vaak nog geen vast onderdeel van de reguliere zorg. Om digitale innovaties te versnellen, richtte een groep RIBW’s het samenwerkingsverband RIBWe2030 op. Ook Kwintes doet mee aan de enthousiaste uitwisseling van ervaringen, tips en tools.
Een robotje dat een cliënt herinnert aan z’n dagelijkse routine. Of een medicatie-dispenser die gaat piepen als het tijd is om medicijnen in te nemen. Er verschijnen steeds meer e-health-oplossingen op de markt. Maar welke zijn nou geschikt voor de cliënten en medewerkers van Kwintes? Met die vraag worstelde Amanda Pals, adviseur Informatica en Automatisering bij Kwintes. ‘De meeste e-health-oplossingen worden ontworpen voor ouderen of gehandicapten. Vaak sluiten die nét niet helemaal aan bij onze cliënten met een psychische kwetsbaarheid’, vertelt Amanda.
In ons Innovatielab onderzoekt Kwintes e-health-toepassingen en apps voor cliënten en professionals. Daarbij had Amanda behoefte aan ervaringen van andere zorginstanties. ‘Via LinkedIn vond ik een groep gelijkgestemden: allemaal zorgprofessionals van RIBW-instellingen met een passie voor e-health. Al snel groeide dat contact uit tot een officiële samenwerking: RIBWe2030. Onze ambitie is dat e-health in 2030 een vast onderdeel is van de reguliere zorg.’
Samen sneller innoveren
‘Als je e-health goed wilt neerzetten binnen zorginstanties, is samenwerken cruciaal’, vertelt Dirk van Haren van RIWB Brabant. Samen met RIBW Nijmegen & Rivierenland stond hij aan de wieg van RIBWe2030. ‘We helpen elkaar verder op weg. Dat doen we door kennis te delen: van reviews van toepassingen tot testmethodes. En dat alles met veel enthousiasme, we zijn een gepassioneerde groep vakidioten.’
Inmiddels doen ook Kwintes, Iriszorg en brancheorganisatie Valente mee aan de samenwerking. Van Haren hoopt dat er steeds meer organisaties volgen. ‘Als zorgorganisatie is het duur en tijdrovend om elke e-health-toepassing te verkennen. Als je samen optrekt, deel je in beschikbare tijd, kosten en kennis. Daarnaast kunnen we samen grotere financieringsaanvragen doen voor nieuwe innovaties. Je bereikt veel meer als je je verenigt.’
Leren van reviews
Amanda en Dirk plukken al de vruchten van de samenwerking. ‘We delen onderling vooral reviews van producten, zoals die van de medicatie-dispenser Medido. Een slim apparaatje dat de cliënt eraan herinnert om op het juiste moment de juiste medicatie in te nemen. ‘Kwintes testte ’m en deelde het evaluatierapport met RIBW Brabant’, vertelt Amanda. ‘Dankzij Kwintes werken wij er nu ook mee’, gaat Dirk verder. ‘We konden vooral veel leren van de implementatie bij cliënten. De Medido is officieel ontworpen voor de ouderenzorg; Kwintes stelde een aantal criteria op voor cliënten met psychische kwetsbaarheden, zoals medicatietrouwheid. Die waren ook voor ons erg nuttig.’
Verder uitbreiden
De meerwaarde van e-health voor cliënten? ‘Met digitale tools hebben zij meer regie over hun leven’, zegt Amanda. ‘Die zelfstandigheid is belangrijk voor het herstelproces. Maar e-health is ook een antwoord op het personeelstekort in de zorg. Zorgprofessionals houden hierdoor handjes vrij om andere cliënten te helpen.’ Om dat te bereiken is wel eerst meer draagvlak nodig voor e-health. ‘De gemiddelde zorgprofessional moet nog wennen aan digitale ondersteuning, of het ontbreekt mensen aan digitale vaardigheden.’ Amanda en Dirk zijn daarom blij dat koepelorganisatie Valente zich bij hen aansloot. Dirk: ‘Valente heeft een groot bereik onder zorginstanties en helpt zo om ontwikkelingen verder onder de aandacht te brengen.’
Aan de slag
‘Bij e-health geldt nooit one size fits all’, zegt Dirk. ‘Je moet altijd kijken welke zorgoplossing bij welke cliënt past. Voor sommigen is een reminder via een smartwatch of Google Home voldoende. Ook dat zijn laagdrempelige toepassingen die cliënten meer structuur in hun dag bieden.’ En het zijn tools waar je als professional makkelijk mee aan de slag kunt, benadrukt Amanda. ‘De impuls bij e-health is vaak om het meteen breed in te voeren, maar het is beter om te starten met een kleine groep cliënten die zelf graag het experiment aangaan. Die uitkomsten deel je dan met vakgenoten – bij voorkeur in ons samenwerkingsverband, natuurlijk. We hopen dat steeds meer organisaties zich bij ons aansluiten.’