Terug naar het archief

Zo slaan onze medewerkers zich door de coronacrisis

Begeleiding op afstand, zorgen om cliënten en elkaar. In 2020 kregen we het flink voor de kiezen. Twee collega’s over hun ervaringen. ‘Ik ben onder de indruk van de saamhorigheid die ik om me heen zie.’

Dorine: ‘We hielpen collega’s hun zorgen behapbaar te houden’

‘Op het moment dat de coronacrisis losbarstte, stroomden de vragen van collega’s binnen. Ze vroegen hulp bij het toepassen van de coronaregels in hun werkomgeving’, vertelt Dorine Liebrecht-Griffioen. De teamcoach coacht teams en individuele medewerkers op effectief samenwerken en duurzame inzetbaarheid. ‘Mijn collega’s en ik besloten om ons werk zo om te gooien dat we er helemaal voor hen konden zijn. Ze konden hun vragen stellen via een coronamailbox en er werd een noodnummer geopend. Vragen speelden we door naar het crisisteam dat de antwoorden deelde via het intranet. En we steunden collega’s waar we konden. We hielpen hun zorgen behapbaar te houden en goed voor zichzelf te zorgen. Juist in een zorgende organisatie is dat belangrijk. Ik ben onder de indruk van de saamhorigheid die ik om me heen zie. Al die collega’s die ervoor gaan en elkaar steunen.’

Nieuw besef

‘Eerder dacht ik: voor coachen moet je letterlijk náást mensen staan. Nu merk ik dat als het moet, het ook vanachter een beeldscherm kan. Ik heb nieuwe programma’s leren kennen, ben anders gaan werken, kom in gesprekken sneller to the point. Maar wat zal het een warm bad zijn als we elkaar weer kunnen ontmoeten. Ik kan niet wachten!’

Karley: ‘Wat ben ik tróts op ons team en onze jongeren’

‘Ik vond de eerste zes weken erg pittig’, vertelt Karley Berghuis, persoonlijk begeleider bij een Beschermd Wonen-locatie van Kwintes in Amersfoort. ‘De begeleiding op afstand kwam moeizaam op gang. Veel bewoners – jongeren met psychiatrische aandoeningen – wilden niet beeldbellen, dus het moest gewoon via de telefoon. Ik heb me vaak afgevraagd: hoe houden we de verbinding? Ook met collega’s. Ons team draait goed, maar ineens zagen we elkaar niet meer. Om het contact warm te houden, belden we regelmatig met elkaar. En ondertussen draaide ook mijn studie Management in de zorg door, die ik naast mijn werk doe. Het was wel even aanpoten ja, maar ik weet waar ik naartoe wil in de toekomst.’

Trots

‘Ik maak mij zorgen om sommige bewoners, die ik steeds somberder zie worden. Zij zijn door alle maatregelen in een groter isolement gekomen. Ik vind dat er vanuit de overheid meer aandacht zou moeten zijn voor de jongeren en de gevolgen van de maatregelen door Covid-19. Maar ik ben ook trots. Op ons team en vooral op onze jongeren. Want we doen het toch maar met zijn allen.’